Toetsing door de rechtbank
De rechtbank oordeelde eerst dat de feiten waarvoor de klagers zijn veroordeeld, niet ‘DNA-waardig’ zijn. De feiten zijn redelijkerwijs niet op te sporen met DNA-onderzoek; op grond van die feiten alléén kon volgens de rechtbank geen DNA worden afgenomen. Daarna toetste de rechtbank op de kans op herhaling van feiten die wel ‘DNA-waardig’ zijn. Dit baseerde de rechtbank op het strafblad van de klagers, als dit aanwezig was.
De raadkamer van de rechtbank in Leeuwarden heeft woensdag het merendeel van de bezwaren van negen klagers tegen afname van hun DNA gegrond verklaard.
5 gegrond, 2 formeel gegrond, 2 ongegrond
Van vijf veroordeelden mag het DNA niet worden opgenomen in de databank van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Bij twee veroordeelden zijn bij de DNA-afname fouten gemaakt in een formulier. Hun bezwaren zijn formeel gegrond verklaard, maar hun DNA mag eventueel opnieuw worden afgenomen. Twee veroordeelden kregen te horen dat hun DNA wel in de databank mocht worden opgenomen. Hun bezwaar werd ongegrond verklaard.