Meeste gemeenten weten weinig over onteigeningen Joods vastgoed in WOII

Meeste gemeenten weten weinig over onteigeningen Joods vastgoed in WOII

“Nederlandse gemeenten zijn niet altijd goed op de hoogte wat er allemaal in het archief aanwezig is”

Vier op de vijf Nederlandse gemeenten weten niet of tijdens de Tweede Wereldoorlog Joods vastgoed is onteigend en doorverkocht, terwijl dit wel in hun gemeente heeft plaatsgevonden. In 225 gemeenten zijn Joodse woningen, bedrijven en grond onteigend, waarbij in enkele gevallen dit vastgoed zelfs door gemeenten is aangekocht. De winst van deze handel is onder meer besteed aan het financieren van anti-Joodse maatregelen, zoals de kosten van kamp Westerbork en deportaties naar andere kampen. Dat blijkt uit onderzoek van Pointer naar de onteigening en doorverkoop van Joods vastgoed binnen Nederlandse gemeenten. 

Na terugkomst uit de werk- en concentratiekampen werden in sommige gemeenten achterstallige belastingen, zoals erfpachtcanon en straatbelasting gevraagd aan de voormalige eigenaars. In het recente verleden hebben Amsterdam en Den Haag compensatieregelingen aangeboden voor geïnde belasting in de periode dat een Joodse eigenaar geen toegang had tot zijn bezit.

Het is niet duidelijk of terugkeerders in elke gemeente te maken kregen met deze naheffingen. Rotterdam en Utrecht onderzoeken momenteel of – en zo ja, in welke vorm – zij een compensatieregeling gaan aanbieden.

Document waarin de onteigening van Joods vastgoed wordt aangekondigd.

Vergeten zwarte bladzijde

Pointer heeft de Verkaufsbücher ingezien en de gemeenten die erin voorkomen een vragenlijst gestuurd. Daarin hebben we gevraagd of de gemeenten op de hoogte zijn van onteigening van Joods vastgoed in de Tweede Wereldoorlog, of zij in het verleden compensatieregelingen hebben aangeboden, en of zij daar eventueel voor open staan om dat aan te bieden.

Voor ruim 80 procent van de ondervraagde gemeenten is de onteigening van Joods vastgoed een zwarte bladzijde in de lokale geschiedenis die zij voor het eerst zien. Voordat zij deze vragenlijst hebben ontvangen, waren zij niet op de hoogte van deze gebeurtenissen. Ruim 60 procent van de gemeenten staat ervoor open om onteigeningen en eventuele compensatieregelingen te onderzoeken, maar geven daarbij ook aan dat archiefonderzoek naar dit onderwerp enorm lastig is.

 

Hier staan van Joden onteigende panden bij jou in de buurt

Meer dan 5.000 doorverkochte panden op de kaart

Vastgoedboeken van de Duitse bezetter

De dataset waarmee alles begint: Verkaufsbücher

Vanuit dit bestand zijn alle verhalen rond het project Vastgoedboeken van de Duitse bezetter ontstaan. Een spreadsheet met ruim 7100 rijen. Met in elke rij een transactie van een woning die tijdens de Tweede Wereldoorlog veelal van Joodse mensen is onteigend en doorverkocht. De administratie hiervan werd bijgehouden in de zogeheten Verkaufsbücher. Een historisch document dat oorspronkelijk bestaat uit 18 boeken, het eerste boek (laufnummer 1-449) is verloren gegaan.

Dit unieke historische materiaal is gedigitaliseerd en doorzoekbaar gemaakt door het Nationaal Archief. In elke rij huist een potentieel verhaal over een schrijnende familiegeschiedenis, landverraders of louche notarissen.

 

AD: Utrechtse PVV roept op tot protest tegen versterkte gebedsoproepen: ‘Vier minuten lang, twee keer per dag, in een vreemde taal’

AD:

Utrechtse PVV roept op tot protest tegen versterkte gebedsoproepen: ‘Vier minuten lang, twee keer per dag, in een vreemde taal’

De PVV Utrecht heeft een website gelanceerd waarop inwoners bezwaar kunnen maken tegen de versterkte gebedsoproepen vanuit Utrechtse moskeeën. Via stopgebedsoproeputrecht.nl kan een protestbrief ondertekend- en ingestuurd worden naar het Utrechtse gemeentebestuur.

Laat uw stem horen en verzet u tegen de versterkte gebedsoproepen die sinds kort in vele Utrechtse wijken te horen zijn.

Wij sturen namens u een fysieke brief naar het Utrechtse college en de gemeenteraad.

 

Gemeente Utrecht

t.a.v. het college van Burgemeester en wethouders

en de leden van de gemeenteraad.

Postbus 16200
3500 CE UTRECHT

Utrecht, datum van vandaag

Geachte Burgemeester, wethouders en raadsleden,

Als inwoner van Utrecht wil ik mijn bezwaar maken tegen het versterkt oproepen vanuit moskeeën in Utrecht. Ik ondervind daarvan overlast. Bijvoorbeeld de Abi Bakr Issidik moskee in Zuilen, de Ulu Camii moskee in Lombok en bijvoorbeeld de Eyüp Sultan moskee in Kanaleneiland.

De moskee roept maar liefst vier minuten lang en dat twee keer per dag in een vreemde taal op tot hun gebed. Als bewoner ben ik het daar niet mee eens. En ik wil met deze brief een beroep doen op uw gezonde verstand en meelevendheid om de overlast te stoppen.

Als bewoner mag men ook niet zomaar zonder vergunning keihard muziek laten horen. Waarom is het dan wel zo dat een moskee hier wel de vrijheid in krijgt, zonder dat er regels zijn voor het volume? Normaal krijgt een inwoner te horen dat de vrijheid van de één, zijn grens kent in de vrijheid van een ander. Waarom nu dan niet?

Daarnaast voelt dit het als een inbreuk op de openbare ruimte. Als inwoner word je direct ongewild geconfronteerd met een andere religie, een religie die niet de mijne is. De teksten roepen op tot volledige onderwerping tot Allah. Teksten als ”Allah is de grootste” en ”Er is geen godheid dan Allah”. Vrijheid van godsdienst is een goede zaak. Wel vraag ik me als bewoner af, tot hoever een dergelijke religieuze uiting, in een vreemde taal, zich mag manifesteren in de publieke ruimte? Er wordt een boodschap verkondigd in een vreemde taal, een taal die voor Nederlanders niet te begrijpen is!

Voorts is er een groot verschil tussen de klanken van klokken (die we in Utrecht ook kennen) en een gebedsoproep. Het luiden van klokken brengt klanken voort, deze klanken zijn universeel, bevatten geen taal, geen woorden. Een gebedsoproep heeft een totaal andere lading. Bovendien is bijvoorbeeld het luiden van de klokken van de Domtoren al jaren een niet-religieuze oproep tot wat dan ook, maar gewoon Utrechts erfgoed. Nogal een verschil dus.

Is dit dus de bedoeling van de vrijheid van godsdienst, dat een bepaalde religie, die maar door klein deel van de Nederlandse bevolking wordt aangehangen, geregeld de publieke ruimte kaapt om hun gebeden in elke Utrechtse woonkamer te laten doordringen? Dus ook in de huiskamers van bijvoorbeeld christenen en niet gelovigen? Als bewoner van Utrecht wil ik u vragen om hier enkele restricties op te leggen bijvoorbeeld een geluidsnorm en het aantal malen dat men overlast mag veroorzaken.

Restricties die ervoor zorgen dat wij als bewoners niet meer geconfronteerd worden met deze islamisering van ons mooie Utrecht. Ik zou graag een uitgebreide reactie van u willen ontvangen waarom u nog geen normen voor het geluid en de frequentie en de taal heeft vastgesteld, in de vorm van een voor bezwaar en beroep vatbare beslissing.

Met vriendelijke groet,