Toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Frans Tommermans gaf bij zijn bezoek aan Israel in 2013 trouwens toe dat de Europese Unie Israel anders behandelt: ‘Europa hanteert voor Israel andere standaarden dan voor andere landen in de regio‘. Europa discrimineert dus. Europa, dat al zo veel boycots van Joodse personen en bedrijven in de geschiedenis uitvoerde, heeft nu de Joodse staat als eerste in het vizier om te boycotten.
Huidige minister Koenders laat het liever aan de eu over die blijft streven naar een tweestatenoplossing in het Israelisch-Palestijns conflict .
Vorig jaar ontving Frederica Mogherini een brief van zestien verontruste EU-ministers, waaronder Bert Koenders, met het verzoek vaart te maken met Israëlische labels. Met ongewoon snelle besluitvaardigheid werd op 10 september 2015 een label-resolutie in het EU-parlement aangenomen. Alle linkse partijen inclusief CDA en VVD stemden voor. Alleen de PVV, SGP en CU stemden tegen.
Maar de eu doet niets tegen antisemitisch moslimgeweld
Terwijl Joodse instellingen in Europa door islamitische terreurdreigingen permanent worden bewaakt en Joden het continent verlaten, meent ons EU-bestuur dat labelen de weg is naar stabiliteit in het Midden-Oosten en Europa. Bestuurders beschermen islamitische antisemieten tegen vermeende islamofobie, maar beweren plechtig dat Europa haar bestaansrecht zou verliezen zonder Joodse inwoners.
En de EU? Waarschuwt die voor het gevaar van dit actieve antisemitisme onder de moslims in Europa?
EU: Veroordeling nederzettingenbeleid
Volgens internationaal recht is het vestigen van Israëlische nederzettingen in bezet gebied illegaal. Dit oordeel is bekrachtigd door uitspraken van het Internationaal Strafhof. De EU roept Israël dan ook met regelmaat op te stoppen met het bouwen van nieuwe nederzettingen. Voorstellen van de EU uit 2013 om Israëlische producten uit de betwiste gebieden te voorzien van een speciaal label én om bedrijven die in betwist gebied opereren uit te sluiten van financiële steun, leidden tot een diplomatieke ruzie met Israël. Als tegenmaatregel bemoeilijkte Israël de toegang voor EU-diplomaten tot Palestijnse gebieden.
Boek 150 Palestijnse fabels : Fabel Nederzettingen: Er is geen sprake van bezet gebied maar ‘betwist’gebied. Zie fabel ‘Westbank aanspraken’ in boek. Israel bouwt uitsluitend nog in gebieden die Israel rechtmatig bestuurt volgens de Oslo-vredesakkoorden in de jaren negentig. Van een verbod op bouwen is daar geen sprake, hoewel dat een ook vaak gehoorde fabel is. Dat er gevraagd wordt om in het gebied alleen voor nier-Joden te bouwen, getuigt van Arabisch racisme.
boodschap aan de jodenboycotters van de europese unie
Boek 150 Palestijnse fabels : Het is een Palestijnse fabel dat zij een tweestatenoplossing willen:
Het idee van een tweestatenoplossing is een mogelijke oplossing voor het conflict. Het idee is daarom al oud. Een Britse commissie concludeerde al in 1937 – na het Arabische geweld in de tien jaar ervoor – dat dit de enig denkbare oplossing was voor de berschillende wensen van de Joden en Arabieren. Er werd een voorstel gemaakt, voor een minieme Joodse staat en een Arabische staat. De Joden zeiden ja, de Arabieren wezen het echter af.
De Arabische leiders zeiden dat er niet zoiets bestond als Palestina en ook nooit betaan had. Wat de Engelse Palestina noemden was volgens hen Zuid-Syrie. Het gebied moest helemaal niet zelfstandig worden, maar weer tot Syrie gaan behoren. In een toenmalige Palestijnse leider Al-Hoesseini dat volens de islam er geen centimeter ‘islamitish’land afgetaan mocht worden. Ook kon er geen overeenkomst gesloten worden met Joden, omdat ‘De Koran en Hadith bewijzen dat de Joden de bitterste vijanden van de Islam zijn, die zij willen vernietigen’. Hierdor kwam er toen geen Palestijnse staat.
Het idee werd daarna opgepakt door de VN het het Delingsplan van 1947. Ook dit werd echter door de Arabieren afgewezen; zie hieronder.
In 1967 begonnen Egypte, Jordanie en Syrie weer een oorlog tegen Isrqel. Israel won deze oorlog en veroverde naast de Sinai-woestijn ook de Westbank en de Gazastrook die 19 jaar daarvoor door Jordanie en Egypte waren bezet. Israel wilde- conform de VN resolutie 242- deze gebieden teruggeven in ruil voor vrede met de Arabische landen. Dit werd echter direct afgewezen door de Arabische landen met de drie nee’s van Khartoem: ‘Nee tegen erkenning van Israel, nee tegen onderhandelingen met Israel en nee tegen vrede met Israel’. Weer werd de kans op een Palestijnse staat verkeken en weer werd dit veroorzaakt door de Arabieren zelf.
Na de oorlog vroeg Israel opnieuw om vredesbesprekingen. Het werd weer geweigerd door de Arabische landen.
In 1979 kwam het, na ruim vijftig jaar van Arabisch geweld, voor het eerst tot vredesbesprekingen. Deze zijn echter alleen met Egypte. In ruil voor vrede gaf Isrel de in 1967 veroverde Sinai-woestijn terug. De toenmalige Israelische Likoed premier Menachem Begin kreeg hier de Nobelprijs voor de Vrede voor. In dit verdrag was ook autonomie voor de Palestijnen voorzien. Die kwam toen echter niet van de grond, omdat Palestijnen die daar aan mee wilden werken door de PLO van Jassere Arafat met de dood werden bedreigd.In 1993 werden de Oslo-Akkorden gesloten, weer op basis van het principe land voor vrede. Deze akkoorden hielden in dat Israel zelfbstuur zou geven aan gebieden met een grotendeels Palestijns-Arabieshce bevolking en dat de Palestijnen voor eens en altijd geweld zouden afzweren. Zo moest de Palestijnse leiding terreur actief gaan bestrijden en de Palestijnse bevolking duidelijk maken dat vreeedzaam samenleven nu het doel was. Dit gebeurde niet ( zie verder voor uitleg onder Fabels Moord Rabin, Oslo akkoorden en Vredeseducatie in het boek ‘150 Palestijnse fabels’)
In het jaar 2000 probeerde de Amerikaanse President Clinton het opnieuw. Hij legde een compromisvoorstel neer dat door pemier Barak van Isrel was aanvaard. Het hield in dat de Palestijnen een Palestijnse staat zouden krijgen in de Gazastrook en het overgrote deel van de Westbank, met Oost-Jeruzalem als Palestijnse Hoofdstad. Arafat wees het af. Weer kwam er geen Palestijnse staat en weer waren het de Arabieren zelf die dit tegenhielden. Hetzelfde gebeurde met een vergelijkbaar voorstel in 2001. Een Palestijnse staat lag voor eht grijpen maar werd geweigerd.
In 2003 werd de ‘Routekaar voor vrede’ voorgeteld. De Palestijnse leiders ondertekende die wel, maar gaven direct daarop aan de eerste, belangrijkste stap niet te zullen uitvoeren: het beeindigen van terreur en de ontmanteling van terroristische organisaties. Er kwam dus niets van. Overigens waren zij het stoppen met terrur al tien jaar verplicht, op basis van de Oslo-Akkorden.
In 2005 trok Israel zich gehel terug uit de Gazastrook. Ook dit had een nieuwe opstap naar de tweestatenoplossing kunnen zijn. Israel was daar echter nog maar net weg of de Palestijnen begonnen Israelische grensdorpen met duizenden raketten te bestoken.
In 2008 probeerde de Israelische premier Olmert het opnieuw, met een vergelijkbaar vorstel als in 200 en in 2001; een Palestijnse staat met Oost-Jezruzalem als Hoofdstad. Nu is het de Palestijnse president Abbas die dit afwijst.
In 2009 probeerde Likoed premier Netanjahoe de Palestijnen tot een tweestatenoplossing te bewegen.
Om de onderhandleingen te stimuleren kndigde Israel in 2010 een bouwstop af voor tien maanden in de ‘nederzettingen’. Desalniettemin sleepten de onderhandelingen zich echter jarenlang voort, omdat president Abbas steeds weer nieuwe eisen of blokkades neerlegde voordat hij zelfs maar wilde beginnen met serieus onderhandelen.
In 2013/2014 probeerde de Amerikaanse president Obama het. Israel liet ‘als gebaar van goede wil’ maar liefs 76 Palestijnse moordenaars vrij. Maat het door Obama geformuleerde compromis wordt ook weer door de Palestijnse president Abbas afgewezen. Dat is dus de zestiende keer dat de Arabieren de tweetatenoplossing en/of vrede weigeren!!
Abbas verwierp in 2014 zowel vrede als de tweestatenoplossing, wat uiteraard de twee meest essentiele elementen van het voorstel zijn. De tweestatenoplossing is gebaseerd op het principe van twee staten, een voor de Palestijnen en een voor de Joden. Abbas weigert altijd om een Joodse staat te erkennen: ‘Ik zal een Joodse staat nooirt erkennen’, zei hij ( Egyptische televisie, 23 oktober 2011). Ook wiegerde hij te aanvaarden dat de Palestijnen na een getekend vredesverdrag het conflict daarna als beeindigd moeten beschouwen en af zullen moeten zien van nieuwe claims en strijd tegen Israel. Terwijl dit uiteraard de essentie is van elk vredesverdrag!.
de bezette gebieden en het internationale recht
Boek ‘150 Palestijnse fabels’ :Stichting staat Israel:
Toen het gigantische Ottomaanse RIjk na de Eerste Wereldoorlog werd opgesplitstm werden er vele nieuwe landen gecreeerd. Een klein deel ( half procent) werd voor de Joden bestemd. Daarnaast werden er een hele reeks Arabische landen opgericht, waardoor uiteindelijk 22 Arabische naties zouden ontstaan. In tegenstelling tot al die Arabische naties verzekerden de Joden dat minderheden in hun land, Israel, gelijke rechten zouden krijgen. Dat was van links tot rechts.Leiders van de Alawieten ( sjiieten) in Syrie wezen er in een brief in 1936 al op dat de onverzoenlijke houding van de soennitische moslims het probleem was. ‘De situatie van de Joden in Palestina is het beste en meest concrete bewijs van het religieuze probleem onder de islamitische Arabieren naar mensen die niet bij de islam horen. Die goedbedoelde Joden hebben de islamitische Arabieren cutuur en vrede gebracht, en rijkdom en voorspoed naar Palestina. Ze hebben niemand kwaad gedaan en ze hebben zich niets met geweld toegeeigend. En toch hebben de moslims de Joden de heilige oorlog verklaard en hebben zij geen aarzeling om hun kinderen en hun vrouwen af te slachten‘. Om aan de bezware van de soennitische Arabieren tegemoet te komen, kregen zij in 1922 al 78% van het mandaatgebied, in de vorm van het huidige Jordanie. Volgens het delingsplan van de VN in 1947 zouden de soennitische Arabieren van het resterende deel van het mandaatgebied nog eens 45 % krijgen. Voor de Joden bleef dus maar ruim 10 % over van het in 1922 door de wereldgemeenschap toegewezen gebied. Ondanks hun grote teleurstelling accepteerde de Joden deze onrechtvaardigheid. De Arabieren vonden die 10% echter nog te veel en wezen de voorgestelde verdeling af. Hamas is het hier nog steeds mee eens, vogens artikel 11 van het Handvest.: ‘Palestina is islamitisch bezit, bestemd voor toekotige mioslimgeneraties tot de dag des Oordeels. Eenm deel noch een geel mag worden ontheiligd of opgegeven. Geen enkel land, koning, president, of organisatie, Patestijns of Arabisch, mag dat doen. Palestna is islamitisch land, bedoeld voor moslims to de Dag des Oordeels. Dit geldt voor Palestina en alle andere landen die de mislims met geweld veroverden, want hierdoor zijn deze landen geheildigd voor moslimsgeneraties tot het einde der dangen‘.
De oorlog ontstond omdat zowel de Arabische landen als de leiders van de Palestijnse Arabiern het door de VN voorgestelde delingsplan van november 1946 afwezen. Al jaren daarvoor hadden Joodse leiders voortdurend geprobeerd een compromis te bereiken. Echter, als voorbeeld de secretaris-generaal vande Arabische Liga Azzam Pasje zei op 16 september 1947 tegen Joodse leiders die oolog wilden voorkomen: ‘De Arabische wereld is niet in de temming voor een compromis. Het is waarschijnlijk dat jullie plan rationeel en logisch is, maar het lot van de naties wordt niet besloten door rationele logica. Naties geven nooit toe; ze vechten. Jullie zullen niets met vreedzame middelen of compromis bereiken. Jullie kunnen misschien iets krijgen, maar alleen door geweld’. Na de stemming in de VN verhevigden de aavallen van Arabische ( palestijnen en vrijwilligers uit vooral Irak en Syrie) gewapende bendes op de Joden. Ze stonden net als in WOII onder commando van nazi-oorlogsmisdadiger Al-Hoesseini: ‘Vermoord de Joden tot de laatste man’.
Delingsplan: Plaatsen en gebeiden met een Joodse meerderheid zouden in de Joodse staat komen te liggen. De Joodse staat zou 55 % van het Palestijnse Mandaatgebied ten Westen van de Jordaan beslaan met vrijwel hetzelfde percentage ( meest Joodse) inwoners ( 53%).
Desondanks was het juist voor de Joden een zeer ongunstige verdeling:
- Eerder was al Jordanie afgescheide als Arabisch deel van het Mandaatgebied Palestina. Ondanks dat dit in 1922 al door de Volkenbond- voorganger van de VN- was toegezegd aan de Joden- met Jordanie ging maar liefs 78 % van de oppervlakte van het toegezegde gebied voor de Joden verloren!
- Jeruzalem werd uitgezonderd van de Joodse staat-hoewel de Joden er in 1947 een ruime meerderheid vormden.
- Bij de grootte van het gebied werd geen rekening gehouden met de verwachte, grote immigratie van Joden uit Europa en de Arabische landen.
- Circa 60% van het a de Joden toegewezen gebied bestond uit de onvruchtbarte Negev woestijn.
- Door de nadruk op het volgen van de befvolkingssamenstelling waren de grenzen lang. En dus moeilijk te verdedigen ( terwijl de Arabische agressie al was aangekondigd)
Desondanks stemden de Joden in met de voorgestelde verdeling en wezen de Arabieren het af. Hadden de Arabieren wel ingestemd, dan hadden de Palestijnen al in 1948 een onafhankelijke staat gehad.
EU: 1956 Israël verovert de Sinaï bij de oorlog gevoerd na de nationalisatie van het Suezkanaal door Egypte.
Israel heeft in haar gescheidenis alleen maar land afgestaan aan haar ( voormalige) vijanden. Dat land werd steeds verooverd na agressie vanuit de buurlanden. Israel heeft inmiddels afgestaan: De Sinaiwoestijn al twee keer ( 1956 en 1982), gedeelten van Egypte en Syrie die veroverd waren in de Jom Kipoet oorlog ( 1973), de Gazastrook ( 2005), Zuidelijk Libanon (1983 en 2000) en het dichter bevolkte gedeelte van de Westbank ( jaren negentig). Israel heeft daarme- in de hoop op vrede met haar Arabische buurlanden- grondgebied afgestaan ter grootte van circa zeven keer haar eigen oppervlakte!!!!!
EU: 1967 Zesdaagse Oorlog waarbij Israël de Westelijke Jordaanoever op Jordanië en de Sinaï en de Gaza-strook op Egypte veroverde.
De zesdaagse oorlog begon op 10 juni 1967. Iedereen die destijds de berichtgeving volgde, weet dat het de Arabieren waren die bewust de confrontatie met Israel opzochten. Vrijwel dagelijks klonk oorlogstaal uit de Arabische wereld,van zowel de presidenten van Egypte, Syrie, Irak als de Syrische minister van Defensie, als de voorzitter van de Palestijnse Bevrijdings Organisatie. Al jaren eerder lieten verschillende Arabische leiders zich in oorlogstaal uit. De dreiging bestond dus al langer. De slotverklaring van de Arabische top van september 1964 luidde: ‘De vergadering is unaniem in het bepalen van antionale doelstellingen voor de bevrijding van Palestina van Zionistiche kolonialisme….. De vergadering verwelkomt de oprichting van de Palestijnse Bevrijdings Organisatie om de Palestijnse eenheid te bewerkstelligen en als voorhoede van de collectieve Arabische strijd voor de bevrijding van Palestina’.
Ook al lang voor de oorlog van 1967 werd Israel voortdurend aangevallen vanuit Egypte en Syrie. In 1965 waren er 35 aanvallen vanuit Egypte door Arabische terroristen. In 1966 waren er nog meer aanvallen; 41. En in de eerste 4 maanden van 1967 waren het er al 37.
Vanuit Syrie waten er geregeld artilleriebeschietingen op Noord Israel. In april 1967 gaf de Russische Sovjet-Unie ( valse) informatie aan Syrie dat Israel bezig was een aanval voor te bereiden op Syrie. Syrie deed vervolgens een beroep op Egypte om militaire steun, op basis van een verdrag dat de landen hadden. De Egyptische president vroeg op 15 mei 1967 aan de VN om hun vrdesmacht, die sinds 1956 als buffer fungeerde, terug te trekken. Zijn troepen moesten een vrije dorogang naar Israel krijgen, een overduidelijk bewijs dat het Egyptische leger wilde aanvallen. Zonder besluit van de Algemene Vergadering- wat zijn voorganger beloofd hed- voldeed VN secretaris-generaal U Thant direct aan dat verzoek. Meer dan 50.000 Egyptische troepen trokken vervolgens op naar deZuid-Israelische stad Eilat.
De radio-omroep’De stem van de Arabieren‘constateerde tevreden op 18 mei 1967: ‘Met ingang van vandaag is geen internationaleacht meer om Israel tebeschermen. We zullen geen geduld meer hebben. De enige methode die we nog tegen Israel zullen toepassen is de totale orlog, wat zal resulteren in de vernietiging vna het zionistische bestaan‘.
Op 22 mei 1967 stelt Egypte een volleige militaire zeeblokkade van Eilat in-essentieel voor de ISraelisc invoer van brandstoffen. Volgens het oorlogsrecht is dat een oorlogsdaad. De Egyptische staatsomroep liet geen twijfel aan de bedoeling: ‘Israel heeft nu twee mogelijkheden, beide in bloed gedrenkt: of het sterft door verstikking door de Arabische militaire en economische blokkade, of het sterft door de beschietingen van de Arabische strijdkrachten die het omsingelen in het Zuiden, Noorden en Oosten‘.
Zowel de intentie om aan te vallen als de eerste oologsdaad kwamen op naam van de Arabische landen. Israe viel daarop de Egyptische en Syrische luchtmacht aan. Israel won. Ook na de nederlaag van de Arabieren, weigerden die nog steeds om vrede te sluiten met Israel. De Israelische minister van Buitenlandse Zaken merkte op: ‘Ik denk dat dit de eerste wereldoorlog in de geschiedenis is waarbij de overwinnaar ( Israel dus) onmiddelijk om vrede vraagt maar de verliezers oproepen tot onvoorwaardelijke overgave’.